uit den boze 1.0
zeer ongewenst; absoluut onwenselijk; taboe; heel erg kwalijk
Oorspronkelijk 'voortkomend uit de duivel; des duivels'.
Algemene voorbeelden
Alcohol en drugs zijn uit den boze wanneer je moet rijden, dat weet iedereen.
Geweld is uit den boze, dat wordt ons voortdurend ingeprent.